Voetbal
Blessurekans
Door het karakter van het voetbalspel is er een relatief grote kans om geblesseerd te raken, als voetbal vergeleken wordt met andere takken van sport. Het blessurerisico in wedstrijden ligt beduidend hoger dan bij trainingen. Bij trainingen in de periode van voorbereiding op de competitie ligt het blessurerisico twee- tot driemaal zo hoog als dat bij trainingen in de wedstrijdperiode. Een relatief hoog spelniveau is gekenmerkt door een hoger blessurerisico. Naarmate het spelniveau toeneemt, neemt ook het blessurerisico toe.
Blessures van hoofd en hals
De meest voorkomende blessures van hoofd en hals ontstaan in de voetbalsport door lichamelijk contact met tegenstander, medespeler of de bal. Met name in en rondom het strafschopgebied treden deze contacten nogal eens op. Kopduels, het wegstompen van de bal door de keeper, het te hoog trappen of te laag koppen van de bal, de vrije schop met het zogenaamde muurtje zijn verantwoordelijk voor deze contacten. De keeper is hier kwetsbaarder dan de veldspelers. Wonden van wenkbrauwen moeten nogal eens gehecht worden. Breuken van neus, kaak en gebitselementen treden nogal eens op evenals hersenschuddingen. Hersenbeschadiging ten gevolge van het koppen van een bal zou men grotendeels kunnen voorkomen door een betere koptechniek. Het is hierbij noodzakelijk het hoofd goed te fixeren en de bal meer met het hoofd te sturen dan frontaal te koppen. Bij jeugdspelers, die deze kwaliteiten nog niet beheersen, is het verstandig niet specifiek op het koppen van de bal te trainen. Als men in een latere fase van de ontwikkeling van de jeugdspeler toch de koptechniek wil trainen, wordt een lichtere bal aanbevolen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het American Football worden bij voetbal slechts zelden fracturen en ontwrichtingen van de halswervelkolom gerapporteerd.
Blessures van de armen
Ongevallen van de bovenste ledematen vormen ongeveer een kwart van alle ongevallen in het voetbalspel. Bij de veldspelers treden ze meestal op ten gevolge van een val, meestal na een overtreding van de tegenstander. De sliding is in dit opzicht een berucht wapen geworden. Als deze val gepaard gaat met een slechte valtechniek, kunnen zich op ieder niveau van arm en schouder tamelijk specifieke botbreuken ontwikkelen zoals de fractuur van het sleutelbeen, van de ellepijp of van het basiskootje van de duim. Verstuikingen en ontwrichtingen ten gevolge van een verkeerde val ziet men voornamelijk bij het acromioclaviculaire gewricht en bij het schoudergewricht ontstaan. Een goede valtechniek moet dus getraind worden en moet onder andere bestaan uit het opvangen van het lichaam met een iets naar binnen gedraaide hand en het afrollen over de schouder. Het is van groot belang reeds op jeugdige leeftijd deze technieken aan te leren. De keeper in het voetbal is erg ontvankelijk voor ongevallen van arm en schoudergordel. Naast de reeds genoemde ongevallen zijn min of meer typische keepersongevallen onder andere ontwrichtingen van de basisgewrichten van duim en vingers, fracturen van de vingerkootjes en fracturen van middenhandsbeentjes. Oorzaken zijn onder andere foutieve vangtechnieken (overstrekte duim, vingers te ver naar voren) en tegenwoordig ook de effectvol genomen vrije trappen op het doel. Preventieve maatregelen liggen in de ontwikkeling van een goede vangtechniek; bij effectvolle ballen eerder stompen van de bal en eventueel tapen van vingers en duim.
Blessures van de romp
Het merendeel van de blessures van de romp komt op rekening van contacten met tegenstander, medespeler of de bal. Te hoog trappen van de bal, een van dichtbij hard geschoten bal niet zien aankomen, een elleboogstoot in een direct duel om de bal kunnen onder andere aanleiding geven tot ribfracturen en kneuzingen van inwendige organen zoals longen, hart, lever, milt en nieren. Een trap of stoot in het maagkuiltje in de buik kan nog wel eens aanleiding geven tot tijdelijke flauwval-neigingen met misselijkheid en braakneigingen en soms zelfs tot een kortdurende bewustzijnsvermindering. Hetzelfde kan optreden bij een trap of een bal tegen de edele delen. De verschijnselen zijn meestal van korte duur. De spons doet hier wonderen.
Blessures van de lies en het bovenbeen
De zogenaamde liesblessure is een verzamelnaam voor een diversiteit van aandoeningen in het onderste kruis (lage rug, buik, bekken) en de liesstreek. Het veelvuldig voorkomen van pijnklachten in de liesstreek bij voetballers duidt op een sportspecifieke oorzaak. Blijkbaar worden in het voetbal structuren in het liesgebied zo zwaar belast dat er blessures kunnen ontstaan. De meest frequente oorzaak voor pijn in de liesstreek betreft een acute of chronische overbelasting van een van de spieren van de adductorengroep.
Adductoren zijn tezamen met de buikspieren belangrijke stabilisatoren van bekken en heupgewricht. Stabilisatie van het bekken is belangrijk voor het standbeen bij het trappen van de bal, bij hardlopen en ook bij draaibewegingen. In dit laatste geval vindt belasting van de adductoren plaats. Daarnaast zijn de adductoren actief bij het trappen van de bal met de binnenzijde van de voet.
Naast lokale behandeling (fysiotechniek, frictiemassage) moet de behandeling bestaan uit beperking van de trainingsbelasting tot soms zelfs volledige rust en oefeningen gericht op herstel van de spierbalans. Chronische overbelasting kan ook de buikmusculatuur betreffen.
Acute overbelasting van de adductorengroep kan ontstaan door een plotselinge overrekking bij het maken van een sliding tackle, het te hoog trappen van de bal en het onderuithalen van het standbeen door een tegenstander. Ook kunnen adductoren acuut overbelast worden door een te plotselinge en te sterke spierconcentratie. Blokkering van de aanvoerende beweging door een blocktackle of door in de grond te trappen of het trappen tegen een zware bal over te grote afstand zijn meestal de direct oorzakelijke factoren.
Provocerende factoren zijn onder andere onvoldoende warming-up, onvoldoende spierkracht en lengte van de adductoren, een beenlengteverschil, een te zware bal (jeugdvoetbal), onjuiste nophoogte onder de voetbalschoen, modderige en glibberige terreinen. De acute overbelastingsblessures kunnen in ernst variëren van een lichte overrekking tot een complete spierruptuur.
Blessures van de knie
Er is praktisch geen tak van sport waar het kniegewricht aan zulke belastingen blootgesteld wordt als de voetbalsport. De specifieke bewegingspatronen in het voetbal stellen de hoogste eisen aan de beweeglijkheid en de stabiliteit van het kniegewricht. Overstrekken, draaien en koppen, geforceerde explosieve krachtuitingen zoals schieten, belasten het kniegewricht zwaar.
Omdat het hier het standbeen van de voetballer betreft, worden er zeer grote krachten op alle structuren van het kniegewricht uitgeoefend. Door de intensivering van de krachttraining in de hedendaagse trainingsprogramma’s zijn de uitgeoefende krachten alleen nog maar groter geworden. In deze extreme standen kan het gemakkelijk acuut misgaan. Het standbeen kan geblokkeerd worden in zijn draaiende beweging door een tegenstander of doordat te lange noppen onder de voetbalschoen het standbeen fixeren in de bodem.
Beschadigingen van het bandapparaat kunnen alle componenten betreffen. Welk deel van het bandapparaat beschadigd is, hangt af van het ontstaansmechanisme van de blessure. Het is daarom belangrijk de geblesseerde speler en eventuele omstanders goed hiernaar te vragen.
Naast beschadigingen aan het bandapparaat van de knie ontstaan vaak letsels van één of beide menisci in het kniegewricht. Omdat een meniscusbeschadiging in het voetbal erg vaak optreedt, verstaat men in de volksmond onder een voetbalknie dan ook meestal een meniscusbeschadiging.
Blessures van het onderbeen
Ongevallen van het onderbeen doen zich veelvuldig voor in het voetbal. Meestal zijn het ongevallen ten gevolge van contacten met de tegenstanders. Schaafwonden, kwetswonden en kneuzingen zijn aan de orde van de dag. Meestal zijn ze van lichte aard. Trainingen en wedstrijden hoeven dan niet onderbroken of gemist te worden. Heftig pijnlijk zijn de kneuzingen die leiden tot bloedingen onder het botvlies. Een aantal van de open huidwonden komt tot stand doordat de tegenstander met noppen van een slechte kwaliteit speelt. Noppen met bramen eraan en nylon noppen met vlijmscherpe randen moeten hier genoemd worden. Een goed onderhoud van de noppen van de zijde van de voetballers en een goede controle van de toestand van de noppen door de leiding in de wedstrijd zijn beslist geen overbodige luxe. Ernstige blessures van het onderbeen zijn de breuken. Deze komen hoofdzakelijk tot stand door een groot direct inwerkend geweld. Het is daarom van groot belang om kwalitatief goede scheenbeschermers te dragen en de kousen hoog te houden teneinde dit inwerkende geweld te beperken. Scheenbeschermers zouden eigenlijk door de leiding verplicht gesteld moeten worden. Bovendien zijn ze tegenwoordig van erg lichte kunststof vervaardigd, waardoor ze de spelers beslist niet hinderen of in hun bewegingspatronen belemmeren. Blessures van spieren van het onderbeen in het voetbal betreffen hoofdzakelijk de kuitspieren. Oorzaken zijn onder andere kneuzingen door een trap van een tegenstander, spierscheuren door acute overbelasting of chronische overbelasting zoals bij de achillespeesontsteking. Preventie dient vooral te bestaan uit een goede warming-up, cooling-down en het regelmatig toepassen van statische spierrekoefeningen.
Blessures van de enkel
Hoofdzakelijk zijn dit kneuzingen en verstuikingen. Vaak ziet men ze gecombineerd optreden. Oorzaken voor verstuikingen in het voetbal zijn het verstappen op een ongelijke bodem (kuiltje in de grond), het blokkeren door een tegenstander van de voet, het neerkomen uit een sprong op de voet van een tegenstander, medespeler of bal, een trap of sliding tackle van een tegenstander tegen de enkel, snel draaien en wenden met blokkade in de grond (te lange noppen). Circa 80% van de eerste enkelverstuikingen ontstaat op basis van een contacttrauma, bijvoorbeeld ten gevolge van een sliding tackle door een tegenstander. Het overgrote deel van recidiverende enkelverstuikingen ontstaat op basis van indirect geweid, bijvoorbeeld door plotselinge richtingveranderingen bij lopen op een onregelmatig terrein. Indirect bevorderende factoren zijn onder andere het dragen van te hoge noppen op een te hard terrein, de verminderde stabiliteit van de hedendaagse voetbalschoen, die in een aantal uitvoeringen onder de enkel valt en een reeds bestaande functionele instabiliteit al of niet in combinatie met een instabiliteit van het bandapparaat na reeds eerder doorgemaakte verstuikingen.
Preventie van enkelverstuikingen houdt een combinatie van de volgende maatregelen in:
· Zorg voor een goede conditie.
· Voetballers met speling op het bandapparaat na een doorgemaakte enkelverstuiking en eventuele zwikneiging in de enkels wordt bovendien geadviseerd bij wedstrijden een steunende tapebandage of enkelbrace te dragen. Ook het gebruik van voetbalschoenen met een hakgedeelte dat boven de enkel valt, wordt aanbevolen.
· Pas de noppen van de voetbalschoen aan de terreinomstandigheid aan.
· Zorg voor egale velden.
Er zijn voetballers die in de loop van hun carrière zoveel kneuzingen en verstuikingen van hun enkelgewrichten opgelopen hebben dat er een beeld ontstaat met een vervroegde slijtage. Meestal komt men dit het eerst op het spoor met röntgenonderzoek. Het beeld is zo sterk geassocieerd met balsporten zoals American football en voetbal dat men er de naam footballer’s ankle aan gegeven heeft. In feite betreft het meestal een aanpassing van het enkelgewricht aan de herhaaldelijk optredende acute overbelastingsmomenten.
Blessures van de voet
Sedert het wegvallen van de beschermende harde neus op de voetbalschoen treden ongevallen van de voet in toenemende mate op. Ook hier betreft het meestal kneuzingen, verstuikingen en soms breuken. De verstuikingen betreffen vaak het basisgewricht van de grote teen. Oorzaken zijn onder andere het trappen in de grond, het trappen met de bal te veel op de voorvoet, blokkade van een trapbeweging door de voet van een tegenstander. Kneuzingen kunnen zich overal voordoen, maar komen meestal op het bovenste gedeelte van de voet voor. Oorzaken zijn onder andere dat tegenstanders en/of medespelers met hun voeten op jouw voet staan of blokkade van trapbewegingen. Een aparte vermelding verdient de zogenaamde blauwe nagel. Hierbij is er een bloeduitstorting onder de nagel ontstaan. Over het algemeen betreft het de nagel van de grote teen. Oorzaken zijn reeds genoemd. Een indirecte oorzaak is een te lange nagel. Zorg ervoor dat nagels van tenen en natuurlijk ook van vingers regelmatig geknipt worden. Een blauwe nagel kan wel eens gepaard gaan met een breuk van de betreffende teen. Deze breuk wordt nogal eens miskend. Spierblessures van de voet zijn meestal overbelastingsblessures van de voetzoolspieren. Vooral bij die voetbalschoenen die een te slappe buigzame zool hebben en het voetgewelf onvoldoende ondersteunen, willen ze nog wel eens optreden. Schaf in deze gevallen voetbalschoenen aan met een steviger contrefort of maak gebruik van goed corrigerende en steunende inlays.